In 1923 opende de imposante Bank van de Arbeid de deuren in het centrum van Gent. Gedurende elf jaar konden arbeiders hier met hun spaargeld terecht. Reeds in 1934 moest de bank de deuren sluiten en verloor het gebouw zijn oorspronkelijke functie. Sogent kocht het pand in 2011 en renoveerde het verder tot een hedendaagse kantoorruimte, evenwel met behoud van heel wat originele elementen. In de voormalige lokettenzaal en kluizenzaal organiseren we tentoonstellingen die vrij toegankelijk zijn.
Vader Anseele en de Bank van de Arbeid
De Bank van de Arbeid was het geesteskind van Edward Anseele sr (1856-1938), Vlaams socialist, minister, schepen en kort ook waarnemend burgemeester van Gent. Anseele was één van de spilfiguren van het 'Gentse model'. Hij richtte in Gent een rood universum op als tegengewicht tegen het kapitalistisch systeem. In 1880 was hij één van de stichters van de coöperatieve Vooruit, een samenwerkend vennootschap die haar winst verdeelde onder haar leden, bijvoorbeeld onder de vorm van aankoopbonnen. In 1913 telde de Vooruit-coöperatie reeds 10 000 leden en beschikte ze over eigen bakkerijen, warenhuizen, apotheken, enzovoort.
In 1913 slaagde Anseele er ook in een eigen werkliedenbank, de Bank van de Arbeid, op te richten. Anseele pleitte op dat moment reeds tien jaar voor de oprichting van een arbeidersbank. In een maatschappij waar geld de hoogste uiting van macht is, moest ook de arbeidersklasse immers beschikken over een eigen financiële instelling.
Opstart en bloei van de Bank van de Arbeid
Na een aarzelende start kende de Bank van de Arbeid begin jaren '20 een sterke groei. Op het moment dat de economische toestand na de Eerste Wereldoorlog verbeterde, kon de bank zich concentreren op de uitbouw van een eigen industriële groep. Het gedeelte aandelen en obligaties van de ondernemingen, steeg stelselmatig.
Tussen 1929 en 1931 kende de bank een sterke expansie en een groeiende betrokkenheid bij de financiering van industriële activiteiten, vaak met een complex karakter. Op het hoogtepunt van haar bloei beheerde het imperium Vooruit niet allen een eigen bank, maar ook spinnerijen, weverijen, katoenplantages, een vissersvloot en een waaier aan vrijetijdsverenigingen.
Tussen herkenbaarheid en vernieuwing
Architect Oscar Van de Voorde (1871-1983), onder andere architect van de Wereldtentoonstelling in Gent in 1913, zorgde voor het ontwerp van het gebouw.
Omdat de gevel van de financiële instelling vertrouwen moest uitstralen, koos Van de Voorde voor de statige neoclassicistische stijl met veel klassieke elementen. Een opvallende keuze voor een gebouw van de socialistische beweging, die doorgaans eerder opteerde voor de moderne stijlen van die tijd zoals art nouveau en art deco. Enkel de bas-reliëfs en beeldengroepen op de sokkel boven de kroonlijst, ontworpen door Geo Verbanck (1881-1961), wijzen op de link met de arbeidersbeweging. Op de vijf muurvlakken zijn de bas-reliëfs voorzien van guirlandes en medaillons. Ze bestaan telkens uit twee figuren; een arbeider en een allegorische figuur die respectievelijk de landbouw, de mijnbouw, de textielindustrie, de metaalnijverheid en de bouwnijverheid uitbeelden. Boven de kroonlijst staan nog vijf beeldengroepen op een sokkel voor het mansardedak. De afgebeelde kinderen of engeltjes (putti) symboliseren de industrie, de handel, de scheepvaart, de wetenschap en de kunst.
Het interieur ademt een volkomen andere sfeer. In alle elementen herkent men hier de modernere art decostijl. Er werden voor die tijd eigentijdse materialen gebruikt, zoals stalen liggers, glastegels, smeedijzer, verschillende Belgische marmersoorten, lichtkoepels en glas-in-loodramen.
Ook het oorspronkelijke meubilair dat nog aanwezig is in enkele burelen op de eerste verdieping, is qua stijl typisch voor de langzame overgang van art nouveau naar art deco. De opmerkelijkste ruimte is een Moors rooksalon (evenwel niet toegankelijk voor het publiek).
Hoewel dit van buitenaf niet zichtbaar is, bestaat het gebouw uit verschillende delen. Aan de linkerzijde zijn de kantoren ondergebracht, aan de rechterzijde was de woning van de directeur. Achter de directeurswoning, in de Paddenhoek, bevond zich een conciërgewoning.
Teloorgang van de Bank van de Arbeid
De leiding van de Bank van de Arbeid had te weinig aandacht voor stabiliteit en ging resoluut voor een steeds grotere uitbouw van het imperium. Niet alle rode fabrieken maakten echter winst en de beheerders ervan moesten aan niemand verantwoordeling afleggen. Anseeles optimistische uitbreidingsdroom, zijn onwrikbare ambitie en de machtsconcentratie aan de top, maakten van de Bank al snel een reus op lemen voeten.
De economische crisis van de jaren '30 bracht de Belgische Bank van de Arbeid in moeilijkheden. Op het moment dat de overheid, tegen harde voorwaarden, met een lening voor de dag kwam, was de Bank al verloren. Op 28 maart 1934 moest ze haar deuren sluiten. De dag dat de loketten van de Bank definitief dicht gingen, stapte 'le lion vieux', zoals Edward Anseele werd getypeerd, de bankzaal binnen en installeerde er zich met de woorden: "Ik heb hier de eerste dag meegemaakt en ik wil ook de laatste dag meemaken." Voor 'Vader' Anseele was de Bank van de Arbeid tegelijk het decor van zijn grootste triomf, als van zijn grootste nederlaag.
In 1935 ging de bank failliet en werden haar bezittingen verkocht. Het duurde nog tot 1959 vooraleer het faillissement was afgehandeld. Uiteindelijk werd slecht 45 procent van de deposito's terugbetaald.
De werkplek van sogent
Toen in 1934 de Bank van de Arbeid haar deuren moest sluiten, kwam het gebouw in bezit van de Belgische Staat en nam het Bestuur der Registratie en Domeinen er haar intrek. Tijdens de jaren '80 en '90 stond het gebouw zo goed als leeg. Eind jaren '90 werd het gekocht door de provincie Oost-Vlaanderen die het in 2004 restaureerde.
Sinds 24 april 1997 prijkt de Bank van de Arbeid op de lijst van de beschermde monumenten. Het gebouw werd beschermd omwille van de artistieke waarde "als belangrijk voorbeeld van interbellumarchitectuur en als voorbeeld van een goed bewaard bankinterieur". Ook de historische waarde wordt in het beschermingsbesluit erkend als "Belgische Bank van de Arbeid opgetrokken door de socialistische coöperatieve Samenwerking der Bouwwerklieden en als typisch naoorlogs bankgebouw".
In 2011 kocht sogent het pand en renoveerde het verder tot een hedendaagse kantoorruimte. De renovatie gebeurde met respect voor het verleden en behoud van heel wat originele elementen. Sinds de zomer van 2013 mogen we het oude bankgebouw met gepaste trots onze werkplek noemen. In de voormalige lokettenzaal en kluizenzaal, richtte sogent een tentoonstellingsruimte in, waar we aan de hand van maquettes, beelden en tekst de toekomstige stadsontwikkelingsprojecten van Gent uit de doeken doen.
Bezoek de Bank van de Arbeid
De tentoonstellingsruimte is vrij toegankelijk tijdens de openingsuren. In Vlaanderen ijvert Herita vzw voor meer open monumenten, meer publiekswerking en meer beleving in waardevolle monumenten. Omdat sogent deze visie ten volle ondersteunt, werd het stadsontwikkelingsbedrijf lid van het Netwerk Open Monumenten van Herita. Via het netwerk is onze werkplek nog toegankelijker voor erfgoedliefhebbers.