Sogent coördineert de herbestemming van de oude fabriekssite De Porre en voorziet er ruimte voor groen, woningen en enkele publieke functies. Aan de Jules de Saint-Genoisstraat realiseerden we een wijkpark van ruim 10.000 vierkante meter. Daarnaast zorgden we voor de uitbreiding van de basisschool De Sportschool en de bouw van het nieuwe Buurthuis De Porre. Er komt ook nog een woonproject in samenwerking met Matexi met zicht op het wijkpark. Sogent lanceerde een architectuurwedstrijd waarbij het ontwerpteam van TV_111 - de tijdelijke vereniging van aNNo-architecten, In-tense en architect F. Velghe - als winnaar uit de bus kwam. Zij volgden de realisatie van het wijkcentrum op.
Buurthuis De Porre
Buurthuis De Porre bevindt zich in een oude loods langs de oude toegangsweg en naast de koeltoren. Het oude seniorenclubhuis werd gesloopt om plaats te maken voor groen. Het gebouw wordt ondertussen intensief gebruikt door de buurt. Wijkbewoners, jongeren en ook senioren voelen er zich thuis en kunnen er terecht voor heel wat activiteiten. Er is een polyvalente ruimte met ballenbaan, een polyvalente zaal met een verbruikszaal, een keuken, kantoorruimte. De toiletten in het gebouw kunnen ook gebruikt worden door de parkbezoekers.
De gloriedagen van de Gentse textielindustrie
In de wijk Moscou-Vogelhoek in Gentbrugge, tussen de Jules De Saint-Genoisstraat, de Peter Benoitlaan en de woonbuurt Tuinwijk Ter Heide, bevond zich enkele jaren terug textielfabriek De Porre.
In 1907 richtte Ernest De Porre de katoenweverij op. Zo'n 20 jaar later volgde de spinnerij. De fabriek kende haar eerste hoogtepunt in 1937, toen er 476 personen werkzaam waren. De Porre was vooral gekend voor de kwaliteit van haar flanellen lakens. In de jaren 1960 bereikte De Porre een nieuw hoogtepunt door de export naar 25 landen, waaronder zelfs Australië.
In 1980 moest de fabriek echter haar deuren sluiten. De Stad Gent kocht het complex op. Sindsdien werden de terreinen en gebouwen gebruikt door verschillende groepen, zoals het Jeugdhuis, het MIAT, de dekenij, het Rode Kruis, carnavalsverenigingen, de brandweer en een seniorenclub.
In functie van de toekomstige herontwikkeling van de site, werd het complex ondergebracht bij sogent. In 2008 en 2009 ging sogent over tot een opruim- en verhuisbeweging, waardoor de site terug grotendeels vrij kwam. Delen van de fabriek werden selectief gesloopt.